vrijdag 15 oktober 2021

Boer bewerkt kouter nog met 3 boerenpaarden

 

Uit Het Nieuwsblad van dinsdag 13 januari 1981

Boer bewerkt kouter nog met 3 boerenpaarden



Jules: ”ik ben bij het paard geboren en zal er ook bij sterven.” Naast de Leuvense kachel knikt Adelia instemmend.

Ternat-Nieuwsgierige automobilisten remmen af voor een fotootje, scholieren klauteren in elkaars hals om een glimp op te vangen van de pronkstukken van Jules Vanderhasselt: Rita, Lis en Loth. Drie flink uit de kluiten gewassen boerenpaarden, die nog steeds de voorkeur van de 67-jarige Jules genieten boven een ronkende tractor om het veld te bewerken. Het Brabants trekpaard heeft dus toch nog aanhangers.

Jules Vanderhasselt gehuwd met Adelia Cortvriendt (1914) bewonen de Withoeve op de wijk Zemst in de Terlindenstraat te Ternat. Een Leuvense 'stoof’ mildert de winderige januarikoude en muurschilderijen in de gezellige eetkamer verraden onmiddellijk de passie van de familie : het Brabants trekpaard. Jules zweert bij Rita, Lis en Loth om 17 ha gronden rond zijn 17de eeuwse hoeve die sedert 1887 door de familie Cortvriendt beheerd wordt, oogstrijp te maken. Jules, een ingetogen en breed geschouderde Pajottenlandse verschijning, gehuld in het vermaard boerenpak en de onafscheidelijke pet op het bezwete hoofd, verhaalt in krachtige, korte zinsneden zijn “liefde“ voor de goedkoopste trekkracht, net alsof hij de landbouwers die het trekpaard inruilden voor mechanische PK’s , het onzinnige van hun beslissing wil aanwrijven.

Ik ben bij het paard geboren en ik zal er ook bij sterven”, prevelt Jules. Naast de Leuvense kachel knikt Adelia instemmend.

Jules: “Ik krijg met mijn drie paarden probleemloos mijn werk klaar voor de avond valt. Vaak lig ik al rustig te soezen bij het knapperende vuur als ik andere boeren nog hoor of zie op en afrijden met hun tractor.”

Teloorgang

Jules zijn stem krijgt een droevige ondertoon als hij de teloorgang merkt van dit zo geprezen Brabants paard; Indien er binnen de vijfjaar geen verandering optreedt, dan is het Brabants trekpaard nog louter terug te vinden in historische literatuur, zegt Jules.

Jules steekt een vermanende vinger uit naar de Nederlanders die hier alle beste trekpaarden uit de stallen wegkopen en naar de bevoegde overheid, die volgens hem om de teloorgang af te remmen een dek premie zou kunnen betalen. Een goede zaak voor de houders van trekpaarden en de hengstboeren.

Jules “voor 7 jaar telde ik nog 23 paarden op de kouter rondom mijn hoeve, nu amper nog 6. Als die trend zich doorzet, dan valt er binnen de vijfjaar geen enkel boerenpaard meer te bespeuren.” (jps)

Jules en Adèleke zijn er al lang niet meer, maar het zijn profetische woorden gebleken.



Ik herinner mij Jules en zijn drie Brabantse trekpaarden nog goed, zegt Guido Van Cauwelaert. Hij bewerkte er de velden achter ons huis in de August De Feyterstraat mee. Aan de andere zijde bewerkte Louis De Baerdemacker het veld met zijn lichtere paarden. Jules lachte met die paardjes van Louis, niks vergeleken bij de zijne. Wanneer de boeren halt hielden aan de hoek van onze tuin, om een sigaretje te rollen of een praatje te maken met mijn moeder, mocht ik de paarden een stukje suiker geven op mijn handpalm. Mijn vader, geboren in 1922 bracht met zijn grootvader nog met de kruiwagen graan naar de molen om er gemalen te worden. Graan dat groeide op de plek waar hij later zijn huis zou bouwen en waar nu ook mijn woning staat, besluit Guido.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten